Wat gebeurde er op ...

  • 19 juli 2021 - Met de wind mee naar nieuwe topsnelheid

    Niet één lekke band  plaagt Bernard Hinault op zijn rondje door Frankrijk, 3765 kilometer lang. Zijn polsslag blijft doorlopend laag, schommelend van 34 ’s morgens tot 37 ’s avonds. De derde Tour-triomf van de 26-jarige Fransman draagt het kenmerk regelmaat. 


    ,,De Tour van de gezondheid noem ik het. Ik heb geen enkele serieuze terugval gekend. Ik ben alleen de eerste dag licht gevallen, zelfs geen enkele lekke band opgelopen. Natuurlijk komt daar geluk bij, maar evenzo goed het feit dat ik in staat ben geweest steeds alles te overzien.”


    Na zijn verdwijning met een knieblessure in 1980, als geletruidrager, heeft Hinault zijn comeback glans gegeven. In drie tijdritten en een  bergrit is hij de sterkste geweest. Hinault heeft geleerd van het verleden. ,,Ik ben voorzichtiger geworden met het grote verzet. Drie jaar geleden reed ik in de beklimmingen een veel grotere versnelling. Nu weet ik er mee om te gaan.”


    Naast de eindzege komt ook het combinatie-klassement (bergen, punten en algemeen klassement ineen) op zijn naam en wint hij bovendien de prijs voor de beste tijdrijder en de strijdlustigste renner van de Tour. In totaal levert dat 71.000 Franse francs (35.000  gulden) en een appartement van 120.000 francs aan de de Cote d’Azur op. 


    Op het podium van de Tour is ook plaats voor Tour-debutant Peter Winnen (23), als de beste jongere, op de vijfde plaats in het eindklassement, twee minuten na veteraan Joop Zoetemelk, die vierde wordt.  Met zijn witte trui is Winnen de opvolger van Johan van der Velde. Drie jaar geleden is dit klassement door Henk Lubberding gewonnen. Hij eindigt nu als 54ste, met dik anderhalf uur achterstand op Bernard Hinault. 


    De groene trui is voor Freddy Maertens, die op de Champs Elysées voor de vijfde keer de massasprint om de ritzege wint. Zijn verleden, zijn opmerkelijke herrijzenis en zijn wilde gedrag hebben verdenkingen opgeroepen. Maertens is niét betrapt op doping.  Niemand is betrapt bij de controles in Créteil waar de onderzoeksmogelijkheden ver achter blijven bij die in bijvoorbeeld Gent. 


    Overtredingen van Claude Vincendeau, die zei geen urine te kunnen produceren, en Phil Anderson, die niet kwam opdagen bij een controle, zijn onbestraft gebleven. De drie controles op gebruik van spierversterkende middelen brachten niets aan het licht. Officieel zonder verboden middelen heeft de Tour een nieuwe  topsnelheid bereikt: 37,884 kilometer uur. Daarmee is het gemiddelde verbeterd van Jacques Anquetil, die in 1962 zijn derde Tour won met gemiddeld 37,306 kilometer per uur. ,,Een hoop ritten hebben we de wind in de rug gehad. En het weer was goed. We hadden dit jaar de wind mee”, concludeert Bernard Hinault. 


  • 18 juli 1981 - Van der Velde zegt ‘sorry’ na tweede etappezege

    Tot zijn eigen verbazing is in de staart van de Tour nog een etappezege voor Johan van der Velde weggelegd. Vijf kilometer voor de finish van de voorlaatste etappe komt hij plotseling samen met de Fransman Marino Bazzo los van een groep van veertien renners, die 60 kilometer voor het einde is ontstaan. De veertien kijken elkaar aan en  gissen naar ieders strategie. 


    Binnen de ploeg van Peter Post is afgesproken dat Ludo Peeters wel eens een beloning verdient voor het harde werken. Daarom daagt Van der Velde  de concurrentie uit met  een schijn-demarrage, die het pad moet effenen voor Ludo Peeters, zijn metgezel in de kopgroep. Alleen Bazzo reageert, de weg is vrij voor een onderling duel.  Peeters ziet machteloos toe. Eenmaal los van het peloton  laat  Van der Velde zijn buitenkans op een tweede etappezege niet meer lopen.


    ,,Ik moest de zaak open gooien, maar we werden niet meer gepakt. Sorry Ludo”, zegt Van der Velde aan de finish in Fontenay-sous-Bois tegen Peeters. ,,Met twee ritten op zak kan nu toch niemand zeggen dat mijn Tour is mislukt, ook al valt mijn klassement een beetje tegen. Nu eindig ik nog als twaalfde, net als vorig jaar, maar toch minder dan ik zelf had verwacht.’


    Johan van der Velde stijgt mede van plaats 19 naar 12 omdat de Belg Daniël Willems in de voorlaatste etappe een raadselachtige inzinking  krijgt en moet uitvallen. De nummer 10, die op vrijdag nog tweede is geworden in de tijdrit, verdwijnt op zaterdag uit de Tour. Niemand kan hij nog volgen, het peloton niet, en vervolgens moet ook een groepje afgezakte ploeggenoten hem achterlaten. Zes kilometer voor de finish breekt Willems bijna letterlijk in elkaar. 


    Zijn ploeggenoot Dirk Wayenberg ziet hem nabij instorten. ,,Ik zei nog: Daniël, het is niet ver meer en morgen zijn we in Parijs. Maar hij kon niet eens meer iets zeggen. En ik maar tegen hem aanpraten: nog 13 kilometer, nog 12, nog 11, nog 10. Tot hij er zelf mee ophield.”  Even geruisloos als mysterieus  verdwijnt Willems uit de Tour. ,,Heel vreemd, maar dat gebeurt wel vaker bij Willems. Hij is een vliegmachine die ineens ontregeld kan raken”, reageert ploegleider Walter Godefroot.


    Traditioneel staat het eindklassement na de voorlaatste etappe vast. Op weg naar de Champs Elysées zal niet meer  worden getornd aan de rangorde. Ook de marktwaarde voor de criteriums is nu bepaald. In hotel Sofitel in Parijs waar alle renners hun laatste nacht zullen doorbrengen, wikkelen de tussenpersonen hun zaakjes af. 


    Joop Zoetemelk blijft  met een startgeld van 4.000 gulden de best gehonoreerde Nederlandse renner.  Dat is stukken minder dan in 1980 toen zijn eindzege in de Tour goed was voor een gage van 7.500 gulden. Hennie Kuiper, die deze Tour voor zijn doen slecht heeft gereden,  en Jan Raas, die thuis heeft gezeten, volgen in het spoor van Zoetemelk. Nog voor Peter Winnen blijft het daghonorarium van Gerrie Knetemann op peil.    Vervolgens loopt de beurswaarde gaandeweg terug tot 250 gulden voor Jan Jonkers, die als  nummer 117 de laatste Nederlander in het algemeen klassement is. 

  • 17 juli 1981 - Peter Winnen in de lift, Hennie Kuiper op z'n retour

    De zuigkracht van het podium in Parijs maakt extra krachten los bij Robert Alban. Frankrijk smacht naar een Franse secondant van Bernard Hinault bij de beste drie van de Tour De tijdrit over 46,5 kilometer veelal vlak terrein rond Saint-Priest inspireert de 29-jarige klimspecialist tot een prestatie die ongekend is voor hem, twee dagen voor de laatste meters in Parijs. 


    Veertien seconden slechts hoeft hij prijs te geven aan Joop Zoetemelk, die vooraf rotsvast geloofde in een jump naar de derde plaats. ,,Normaal had ik anderhalve minuut goed kunnen maken op Alban”,  zegt Zoetemelk. Zijn vertrouwen is gebaseerd op de eerdere drie tijdritten in deze Tour. Verscholen in de middenmoot van de daguitslag is Alban, de renner met de dunste benen van het peloton, daarin niet verder gekomen dan de 67st, de 27ste en 59ste plaat. Nu finisht Alban als elfde, twee plaatsen slechts achter Zoetemelk, die pas in de laatste kilometers in staat is sneller te gaan dan zijn concurrent. De verbazing is groot.


    Het is een tegenvaller voor Zoetemelk. Hij is drie minuten trager dan de opnieuw superieure Hinault, hij geeft een minuut toe op Lucien van Impe die zich knap op de tweede plaats van het klassement handhaaft. ,,Als ik in goeden doen was geweest, had ik in deze tijdrit nog de derde plaats kunnen pakken. Alban heeft zich dan wel verbeterd, maar ik heb deze Tour al met al  onder m’n niveau gereden.’’


    Joop Zoetemelk berust in zijn vierde plaats, Peter Winnen mag trots zijn als nummer 5 in het eindklassement. ,,Dit is boven al mijn verwachtingen. Zelf had ik getekend voor de vijftiende plaats. Nu valt het allemaal veel mooier it. Maar een vedette ben ik nog niet. Dat word ik pas als ik deze prestatie kan bevestigen.” 

    Welke mogelijkheden in hem schuilen, laat de 23-jarige Limburger in de tijdrit zien. Pas in het laatste stuk loopt Winnen achterstand op Zoetemelk op. De prestatie van Winnen in zijn eerste Tour schept verwachtingen voor de toekomst. 


    Ludo Delcroix. een ervaren ploeggenoot, schetst zijn mogelijkheden:

    ,,We wisten dat Peter kan klimmen. Maar we wisten niet hoe hij zou reageren na drie weken lange en zware inspanningen te hebben geleverd. Peter heeft persoonlijkheid genoeg om een grote te worden. Het is geen tijdritspecialist, maat staat daarin wel zijn man. Peter moet niet de gele trui al aan het begin van de Tour willen pakken. Hij moet rustig kunnen blijven, dan hoeft hij ook niet zo nodig alles te controleren. Mentaal is hij sterk genoeg, ik heb hem zelden zien panikeren. hij rijdt ook beredeneerd. Op Alpe d’Huez bijvoorbeeld liet hij eerst Hinault terugkomen en zich uitputten. Daarna sprong hij opnieuw, precies op het juiste moment.”


    Peter Winnen zit in de lift, Hennie Kuiper is op zijn retour. In de tijdrit wordt hij 87ste, op 8 minuten en 13 seconden van Hinault. De nummer  twee van de vorige Tour staat nu op de 31ste plaats, bijna een uur achter de gele trui. ,,Zo vlug mogelijk vergeten deze Tour”, stamelt Kuiper. ,,Ik heb te veel nagedacht. Over alle malheur  van te voren, of ik het wel goed had gedaan in de voorbereiding. Ik had verwacht bij de eerste vijf te kunnen eindigen. Dit is me zwaar tegengevallen.”


  • 16 juli 1981 - Joop Zoetemelk wint een sprint

    Een bijzonder gezicht in de 21ste etappe: Joop Zoetemelk sprint mee om bonificatieseconden. Nooit mengt hij zich er in,  hij laat het liever open aan de specialisten. Nu is het een buitenkansje. 


    In Saint-Just-Chaleyssin Royas, een gehucht met 2.000 inwoners, even ten zuiden van Lyon, is Zoetemelk de snelste in een groep van 26 renners. Mét Bernard Hinault en de andere kanshebbers  hebben ze vroeg afstand genomen van het peloton. Twaalf kilometer verderop mengt Joop zich opnieuw in het secondenspel, nu wordt hij derde. Zo plukt Zoetemelk 16 seconden bonificatie bij elkaar die hem opnieuw dichterbij het podium brengen. 


    Nog 1 minuut en 31 seconden scheidt hem van de derde plaats  die nu nog door Robert Alban wodt ingenomen. Een minuut verderop staat Lucien van Impe als nummer 2 genoteerd. Dat biedt perspectief, daags voor de laatste tijdrit, ditmaal over 46 kilometer.  


    De rouleur Zoetemelk blijkt dus ook te kunnen sprinten. Hij trekt daar zelf twee conclusies uit: ,,Het tekent dat je goed rijdt  en dat je die tweede plaats nog niet vergeten bent. Bijna drie minuten goed maken op Van Impe is heel moeilijk maar wel mogelijk op een goeie dag  van mij en een slechte van hem. Maar derde moet ik nu allicht kunnen worden.“


    De veerkracht van Joop Zoetemelk verrast ook zijn ploegleider. Twee weken eerder heeft Peter Post hem al afgeschreven, het vertrouwen had hij verloren. Nu zegt Post: ,,Joop is een enorme meevaller geweest. Eerlijk, ik zag het niet meer zitten na de Pyreneeën. daar moest hij bijna naar boven worden getrokken. Hij bewijst er alleen maar mee nog niet te zijn verslagen. Ik heb hem steeds met rust gelaten, geen druk op hem uit willen oefenen.”


    Of Post hiermee afziet van zijn voornemen om Zoetemelk géén nieuw contract meer aan te bieden, wil hij niet zeggen. ,,Daar moeten we even wat tijd over heen laten gaan. Maar niet te veel.  Nog voor de wereldkampioenschappen wil ik een beslissing nemen. Het ligt ook aan het programma dat we met de ploeg gaan rijden.” 


    Aan de eindsprint onttrekt Zoetemelk zich. Nu sprint Bernard Hinault wel mee, vooral omdat hij aast op een halve minuut bonificatie die van pas kan komen voor de positie van zijn Renault-ploeg in het ploegenklassement. De machtsgreep van de Fransman mislukt. In de laatste bocht voor de finish in Saint-Priest, een voorstad van Lyon, moet Hinault ineens uitwijken voor zijn gevallen landgenoot Didier Vanoverschelde. Daarmee komt de weg vrij  voor de tweede etappezege van de Belg Daniël Willems , de kopman van Peter Winnen. ,,De makkelijkste sprint van mijn leven”, jubelt Willems. 

  • 15 juli 1981 - Bernard Hinault laat gele trui 'eindelijk' glanzen

    Het afscheid van het hooggebergte gaat gepaard met een demonstratie van Bernard Hinault. Zijn superioriteit heeft hij alleen kunnen etaleren in de proloog en twee individuele tijdritten. De  gele trui geeft hij glans op de bergketens rond de Belledonne van Grenoble. Met een halve minuut voorsprong bereikt Hinault de top in Le Pleynet-Les Sept-Laux, een splinternieuw skidorp dat er in de zomer verlaten bijligt. 


    In de twintigste etappe gaat het Hinault er om allure te geven aan zijn derde Tour-triomf. Zijn voorsprong in het algemeen klassement is al veilig genoeg. ,,Ik wilde bewijzen als renner compleet te zijn. Daar hoort een overwinning in een bergetappe bij”, legt Hinault uit. 


    Het heeft hem geïrriteerd dat hij in eerdere beklimmingen is verrast door Lucien van Impe en Peter Winnen.  Pijnlijk vindt Hinault het ook dat spandoeken langs de kant uitwijzen dat renners als Michaud, Perret, Linard, Bertin en Gallopin kennelijk meer sympathie genieten bij het Franse wielervolk dan hij, die zo vaak als een autoritaire Breton wordt aangezien. 


    Op de slotklim komt Hinault solerend  in actie als Joop Zoetemelk van hem wegrijdt. Méér dan honderd meter voorsprong krijgt hij niet. Zoetemelk: ,,Ik wist wat er ging gebeuren, de beste van het peloton had nog geen bergrit gewonnen, dit was zijn laatste kans. Daarom wilde ik zelf weg. Ik wist dat die laatste klim niet erg zwaar was, 1400 meter hoogteverschil in 22 kilometer, dat kon niet steil gaan. Daarom gokte ik er op weg te kunnen komen. Maar er waren er teveel die reageerden. Er zaten er te veel op de tweede laats te spinzen.”


    Joop Zoetemelk handhaaft zich moeiteloos op de vierde plaats van het algemeen klassement. Anderhalve minuut scheidt hem van het podium waarop Robert Alban de derde plaats inneemt. Tweede staat Lucien van Impe. In zijn bolletjestrui maakt de bijna 35-jarige Belg een stabiele indruk. Hij staat twaalf minuten achter op Hinault en ziet in dat een aanval op het geel onbegonnen werk is. ,,Daarvoor moet je ontzettend veel kracht hebben. Het risico om me daarvoor te forceren is me te groot."

      

    Deelname aan de Tour stond helemaal niet in de planning bij Van Impe. ,,Ik wilde helemaal niet meer naar de Tour. Ik had dit jaar nog geen berg gezien, totdat we met enkele renners van de ploeg een paar dagen de Pyreneeën introkken nadat we in de Midi-Libre hadden opgegeven. Eerlijk, ik zag het helemaal niet zitten, maar onze ploegleider zei steeds dat als Freddy Maertens aan de Tour kon beginnen, ik dat zeker moest kunnen.”


    Met Lucien van Impe, Freddy Maertens, Joop Zoetemelk, Johan de Muynck en Sven-Ake Nilsson vervullen vooral dertigers vooraanstaande rollen achter de rug van Hinault (27). Op weg naar Le Pleynet moet de oudste dertiger de Tour verlaten, Joao Agostinho. In 1980 is de 38-jarige Portugees nog als vijfde geëindigd. Nu neemt hij afscheid als 22ste, zijn slechtste resultaat in 12 keer Tour de France. Aan de voet van de laatste klim ontdekt Agostinho een douche-installatie. Hij rijdt nog even door, bedenkt zich dan en keert om. Zo staat hij al onder de douche als de bezemwagen langs komt. Alsof het afgesproken is, komt er vervolgens een wagen langs die hem een lift geeft naar het rennershotel. Een geruisloos adieu.

  • 14 juli 1981 - In de loge bij triomftocht Peter Winnen

    Aan de voet van de Glandon vallen we stil, vlak voor die steile klim. Zeventig kilometer voor de eindstreep op L' Alpe d'Huez. Het is 14 juli 1981, de negentiende etappe van de Tour de France. Gloeiend heet is het. Paniek, want de motor van onze bejaarde Mercedes heeft het begeven. Het is nationale feestdag in Frankrijk, en de Tour komt langs. Geen garage is er open.  


    Daar staan we, net voorbij Saint-Colombain-des-Villards. Ze rijden ons allemaal voorbij, van Bernard Hinault tot en met Jan Jonkers. Hoe kunnen we in godsnaam nog op tijd de finish halen? Inhalen is onbegonnen werk, zeker in de bergen waar de ploegleiders zich als kamikaze-chauffeurs gedragen en renners plus supporters nauwelijks ruimte laten. Daarom ook rijd je als journalist in de Tour de France doorgaans voor de renners uit. 


    Maar Bennie Ceulen, onze Limburgse collega in de auto, maakt zich geen zorgen. Die heeft zelf als beginnend prof nog met Hinault gereden en weet wel hoe het moet. Even geduld, laat die motor afkoelen, dan gaat het wel lukken. 


    Het wordt een ware belevenis, een hoogtepunt voor een journalist in de Tour. Eerst de Glandon op en vervolgens 35 kilometer afdalen naar Le Bourg d'Oisans, aan de voet van  de klim naar L'Alpe d'Huez. Het interne radiocircuit van de NOS en Radio Tour de France houden ons op de hoogte van de ontwikkelingen. Ons geluk is dat het peloton uiteen geslagen is en dat er ruimte over blijft om ze één voor één te passeren.


    Als we aan het begin van de 15 kilometer lange klim Peter Winnen in het oog krijgen, weten we dat onze missie geslaagd is. De Mercedes redt het. Vanuit onze loge kijken we neer op  vijf renners. We rijden Joop Zoetemelk voorbij en zien verderop nog vier renners voor ons: Peter Winnen, Bernard Hinault, Lucien van Impe en de Fransman Robert Alban. Verder naar voren nog rijden de Belg Danny Verlinden en de Fransman Dominique Arnaud.  


    Voor ons houdt onze inhaalrace  hier op. We nestelen ons op pakweg twintig meter achter het groepje met Peter Winnen. Eerst rijden ze de geloste Arnaud voorbij. Vijf kilometer voor de top demarreert Winnen. Hij haalt Verlinden in, die snel verder wegzakt. De andere drie komen nog wel terug bij Winnen, maar als hij een tweede keer aanzet, komt-ie los. Nu rijdt hij alleen voorop, ook Hinault kan hem niet meer volgen. Wij wel in onze Mercedes die het nu gelukkig wel volhoudt.  


    Naast ons horen we Theo Koomen in zijn radiomicrofoon kraaien dat de voorsprong tot 30 seconden is opgelopen. Maar wij zien hoe Peter Winnen begint te schokken, hoe Hinault steeds groter wordt in de achteruitkijkspiegel. 


    Peter Winnen, 23 jaar en Tour-debutant, lijdt. Hij ergert zich aan de mensenmassa, aan het water dat ze over hem uitstorten. Hij krijgt er kippenvel van, maar hij blijft voorop. Als we hem in de laatste kilometer voorbijrijden, op zoek naar onze parkeerplaats,  glimlacht Peter Winnen. Acht seconden houdt hij over op Hinault. 


    Aan de finish reageert Peter Winnen nuchter op wat hij heeft gepresteerd.  Van Bernard Hinault krijgt hij een ferme handdruk en een waarderend klopje in zijn nek. ,,Meneer Hinault wilde ik er niet af rijden, het ging mij om Van Impe en Alban, die wilde ik op afstand rijden”, zegt hij heel beleefd. 


    Opmerkelijk rustig blijft hij. Het zegt hem niet eens zoveel dat met hem voor de vijfde keer in zes jaar een Nederlander de rit naar L’Alpe d’Huez heeft gewonnen. Belangrijker vindt hij nu zijn positie in het algemeen klassement, opgerukt naar de zesde plaats. Daar om mag hij in zijn eerste Tour de witte trui gaan dragen, als de beste jongere, de witte trui gaan dragen.


    Peter Winnen raakt ook niet onder de indruk van het pathetische felicitatiegebaar waarmee premier Dries van Agt op hem afkomt. ,,Ik heb maar twee handen om je te feliciteren, maar je krijgt ze allebei.” Laconiek volgt de reactie van Peter Winnen: ,,Dank u wel meneer Van Agt. Maar hoe zit het eigenlijk met de kabinetsformatie?” 

  • 13 juli 1981 – ‘De demarcatielijn tussen Rome en de Reformatie’

    De formatie van een nieuw kabinet Van Agt verloopt stroperig, zeven weken intussen. Voor  Dries van Agt is het geen beletsel om vier dagen uit Den Haag weg te blijven voor een uitje naar de Tour. Voor de vijfde keer al. Op de rustdag in Morzine duikt hij op om in de media te verschijnen. Niemand kan hem missen. 


    De demissionaire premier maakt een show-ritje in gezelschap van onder anderen Gerrie Knetemann, die net zo pr-gevoelig is als Van Agt. Ze fietsen lichtjes bergop, de premier gehuld in een rood en reclamevrij tricot. Het aanbod van Peter Post om een Raleigh-shirt aan te trekken is door Van Agt afgeslagen. Bij eerdere Tour-optredens droeg hij dat wel, maar minister Til Gardeniers, eveneens CDA, heeft hem er op gewezen dat zij zich beijvert voor zo min mogelijk reclame bij sportevenementen.  


    Vanzelfsprekend krijgt Van Agt de vraag of zijn afwezigheid niet belemmerend kan werken tijdens de formatie-periode. Hij heeft zich voorbereid op de vraag. Zijn antwoord is verpakt in plechtige bewoordingen, zoals dat past bij Van Agt. ,,Dat daarover enige zorgelijkheid wordt geuit, vind ik een typische Nederlandse reactie van boven de rivieren. Laat ik het zo stellen: bij bespreking van deze vraag wordt de grens zichtbaar zo niet de demarcatielijn tussen Rome en de Reformatie. Nee, niet deformatie, de Reformatie met een r. Als u daar het zetduiveltje zijn werk doen, blaast u het CDA op.” 


    Ver weg van het schouwspel rond Dries van Agt, ligt Peter Winnen te rusten. In hotel Beau-Regard zijn we welkom op zijn kamer.  Hij is zowel trots als realistisch. ,,Als ik deze vorm en dit ritme vast kan houden, kan ik bij de eerste tien komen. Dat vind ik al mooi genoeg. Aan de andere kant, ik heb eens zitten rekenen. Zonder vier lekke banden in die rit naar Roubaix had ik daar op het laatst niet hoeven af te haken.  Dan verspeel  ik daar  geen 3½ minuut en sta ik nu op de vierde plaats.”


    Peter Winnen heeft tijdens de beklimmingen om zich heen gekeken en weet nu al op te sommen wie nog binnen bereik komen voor hem. ,,Criquielion, Schepers, Laurent zitten flink tegen hun plafond aan. En met Anderson gaat nu sterk bergafwaarts, denk ik.”


    Het verval van zijn concurrenten opent perspectieven op de witte trui voor Winnen. ,,Ik ben nu gewend aan de inspanningen  van de Tour. Dat gevoel kwam pas na tien dagen. Daarvoor was het de ene dag goed, de andere dag slecht. Ook in de eerste Pyreneeën-etappe merkte ik dat goed, daarom heb ik eerst boven m’n macht gereden en kon ik pas later goed op gang komen.” 

    De rustdag komt hem eigenlijk ongelegen, Peter Winnen moet nog maar afwachten of zijn ritme niet gebroken wordt hierdoor. Hij heeft de dag benut  voor een ritje van 50 kilometer, een half uur massage en om zijn benen te scheren  (,,Ja, dat moet elke drie, vier dagen gebeuren, een rot karwei.”)


    Nu ligt hij languit op bed. Naast hem rust de roman De Droomkoningin van Maarten ’t Hart. Met die keuze onderscheidt Peter Winnen, afgestudeerd als onderwijzer, zich nadrukkelijk van de meeste andere renners. Stripboeken vormen de favoriete lectuur. Joop Zoetemelk neemt alleen L’ Équipe en nog enkele andere Franse kranten door. Niets anders? Zoetemelk: ,,Daar heb ik geen tijd voor.”  


    Gebrek aan tijd is voor Dries van Agt gene probleem in de Tour. De formatie van het kabinet Van Agt II kan wel even wachten. Pas op 11 september staat het op het bordes. 

  • 12 juli 1981 - Zoetemelk, Winnen en Van der Velde vinden hun ritme

    Pas achter de rug van Bernard Hinault zit er nog spanning in de Tour. In de strijd om de tweede plaats wankelt Phil Anderson. Hij verspeelt vijf minuten in de eerste Alpen-etappe, over drie pittige cols naar het op 960 meter hoogte gelegen Morzine. Lucien van Impe zit Anderson op de hielen, Joop Zoetemelk geeft niets prijs op Hinault en rukt op naar de vijfde plaats. 


    De etappewinst gaat naar Robert Alban  De Fransman is de beste van drie vluchters die enkele minuten voorsprong mogen nemen. Daarachter volgt een gezelschap van twaalf renners, inclusief Hinault en Van Impe, die op de bergtrui mikt. De 34-jarige Belg is al tevreden als hij het podium in Parijs haalt. ,,Ik val Hinault niet aan. Als het kan wil ik op het erepodium komen, maar daar ga ik geen risico’s voor nemen”, zegt de Tourwinnaar van 1976. 


    Hennie Kuiper, twee jaar jonger, behoort tot de verliezers. Vier maanden eerder heeft hij nog de Ronde van Vlaanderen gewonnen, maar  in etappewedstrijden is zijn plafond lager komen te liggen. Opgave in de Dauphiné Libéré was al een aanwijzing. De bevestiging krijgt Kuiper in de Tour onder ogen. De tweede plaats die hij in 1980 bereikt, raakt steeds verder uit zicht. 


    ,,Het gaat nog steeds niet. De macht is weg uit m’n benen.  In de tijdritten zat ik al niet lekker, nu in de Alpen helemaal niet. Ik ben gewoon niet op tijd klaar geweest voor de Tour. Misschien komt er nog een beetje kracht terug in m’n benen, maar dan is het al te laat”, beseft Kuiper. Hij staat nu op de 24ste plaats.


    De worsteling die Joop Zoetemelk heeft doorgemaakt in de Pyreneeën krijgt geen vervolg in de Alpen. Het kost hem geen moeite om op de Ramaz, de Joux-Plane en de Joux-Verte gelijk op te gaan met Hinault en de overige belangrijkste gegadigden voor het podium. Hoewel een dag later een rustdag volgt, waakt Zoetemelk ervoor zich te forceren. ,,Ik heb bewust wat reserves overgehouden. Ik weet niet waar ik sta, hoe ver ik ben momenteel. Daarom was het voor mij belangrijk geen risico’s te nemen. Ik wilde alleen bewijzen dat ik het nog kan, dat is  goed voor mijn zelfvertrouwen. Ik ben terug in het klassement. Daar ben ik heel tevreden over.” 


    Ook Johan van der Velde en Peter Winnen klimmen vlot mee in het gezelschap van Hinault en Zoetemelk. Voor Peter Winnen gloort de witte trui als beste jongere. De 23-jarige Noord-Limburger gaat de laatste fase van zijn eerste Tour in als nummer 13 van het algemeen klassement. In het jongerenklassement staan alleen de Australiër Phil Anderson en de Belg Claude Criquielion voor hem. ,,Daarvoor ben ik niet naar de Tour gekomen. Een goede plaats in het klassement is het voornaamste. De witte trui zou het alleen maar mooier maken.”

  • 11 juli 1981 - Moeder Freuler wacht haar zoon op

    Pas in de verte gloren de Alpen, maar het gebergte in de Jura is al te veel voor de renners die zich hadden ingesteld op ruim twee weken Tour de France. Urs Freuler, Eddy en Walter Planckaert behoren tot de uitvallers in de zeventiende etappe. Tour-baas Félix Lévitan kan ze niet langer tegenhouden. 


    Ook voor Ad Wijnands eindigt de Tour. Een half uur na het vertrek uit Besancon neemt hij met tranen in de ogen plaats in een ambulance. Een colletje van de vierde categorie heeft hem al te veel pijn gedaan. Vier dagen lang heeft hij getobd met gebutste kniebanden, een erfenis van een val in de Hel van het Noorden.   


    ,,De Tourdokter zei me dat het wel zou gaan als hij mij een injectie toe mocht dienen. Maar Post wilde daar niets van weten”, vertelt Wijnands in Thonon-les-Bains, aan het Meer van Genève. 


    Behoedzaam waakt de ploegleider van Raleigh over zijn meest succesvolle renner, die als debutant twee etappes heeft gewonnen. Post: ,,Zo’n jonge coureur moet je niet met injecties op de been proberen te houden. Dat kan misschien wel bij oudere renners, maar in dit geval per se niet. Dan ga je de zaak forceren en wordt de renner de dupe. Jammer dat Ad eruit is, maar hij heeft toch alles gewonnen wat er voor hem te behalen viel.” 


    Ad Wijnands heeft niet alleen naam gemaakt als winnaar van twee etappes. De jongste renner in de Raleigh-ploeg heeft ook drie dagen de witte trui gedragen, als leider in het jongerenklassement. Ook Urs Freuler heeft met etappewinst gedaan waarvoor hij door Post is ingehuurd. Vlak bij de Zwitserse grens staat zijn moeder hem op te wachten. Vanuit een volgauto van Raleigh krijgt ze zijn spullen aangereikt. 


    De broers Planckaert hebben een soortgelijke afspraak gemaakt.  Hun vriend die ze donderdagnacht vanuit Nevele naar Mulhouse heeft gebracht, wacht hen op bij de ravitaillering na 93 kilometer in Saint-Laurens-en-Grandvaux.  Buiten het zicht van Lévitan verdwijnen de uitvallers uit de Tour. 


    De etappezege gaat naar Sean Kelly. De 25-jarige  Ier is de snelste van een groep van 15 renners, die 18 kilometer voor de finish ontstaat in de afdaling van de Col de Cou. Met zijn ritzege smoort Kelly de kritiek van zijn ploeggenoten. ,,Je kunt er niets meer van. Duizend francs en een fles champagne als je nog een rit wint”, heeft Johan de Muynck hem de avond te voren voorgehouden. Na de winst van Kelly gniffelt De Muynck om zijn uitdaging. ,,Zie je wel dat die Ieren alleen hun best doen als ze geld en drank kunnen krijgen.”


  • 10 juli 1981 - Diep in de nacht het peloton achterna

    Diep in de nacht zes uur lang het peloton achterna  

    Wie dacht dat we in Hasselt afscheid hadden genomen van Eddy en Walter Planckaert, kijkt in Mulhouse verbaasd op. Met een nachtelijke autorit van zes uur, vanuit Oost-Vlaanderen naar Oost-Frankrijk, zijn ze het vliegende peloton achternagereden. Op bevel van Tour-baas Félix Lévitan melden ze zich aan de start voor de zestiende etappe.


    In de bus naar het vliegveld van Sint-Truiden sommeert Lévitan aan ploegleider Berten de Kimpe om zijn twee afgehaakte renners alsnog op te roepen. Uitvallen in de Tour is formeel alleen toegestaan als de dokter het goed vindt of wanneer de tijdslimiet is overschreden. De Kimpe zwicht voor het dreigement de twee renners een schorsing op te laten leggen en zijn ploeg volgend jaar uit de Tour te weren. 


    De twee Planckaerts zijn nog maar net thuis in Nevele als De Kimpe meldt dat de afspraak moet vervallen dat de twee broers op donderdag in Hasselt de Tour mochten verlaten. Lévitan grijpt in omdat het hem niet zint hoe schielijk Jan Nevens en Cees Priem in de dagen vooraf vlakbij huis de Tour hebben verlaten. ,,We zullen ons niet laten beïnvloeden door de gewoonten en zeden van de zesdaagsen. We kennen de mensen die zulke gewoontes in de Tour proberen in te voeren. We zullen ons daartegen verzetten”, heeft hij aangekondigd in zijn dagelijkse rubriek in het dagblad Le Parisen Libéré.


    Er zit voor de Planckaerts niets anders op dan alsnog naar Mulhouse te komen, voor een klein uurtje tijdrijden over 38,5 kilometer op vrijdagmiddag. ,,Maar ik zie ons zondag al weer thuis. We gaan onze Eddy toch niet opofferen voor de goesting van Lévitan”. kondigt Walter, de oudste Planckaert, aan. 


    De order van Lévitan treft ook Urs Freuler, de zesdaagse-specialist in de Raleigh-ploeg die zich mét Peter Post rechtstreeks aangesproken mag voelen. ,,Zaterdag ga ik fijn naar het zwembad”, heeft hij aangekondigd. In de tijdrit, zo dichtbij huis in Zwitserland, doet Freuler alsnog zijn best. Hij wordt negentiende, op 2.55 van Bernard Hinault.


    Joop Zoetemelk moet 2.40 toegeven op Hinault, dat is 5 seconden minder dan in de eerste tijdrit die 12 kilometer korter was. Zijn achterstand groeit. maar in het algemeen klassement komt Joop Zoetemelk gestaag omhoog. De twaalfde plaats over een golvend parkoers in de Elzas is ver beneden de stand van de Tour-winnaar van 1980. Het is wel genoeg om de top 10 binnen te komen. Negende staat Zoetemelk nu, op 10 minuten en 43 seconden van de gedoodverfde Tour-triomfator.


    Het zelfvertrouwen groeit bij Zoetemelk. Zijn eerzucht drijft hem naar revanche op de prikkelende woorden van Peter Post die geen toekomst meer voor hem ziet in zijn ploeg. Realistisch is hij ook. ,,Ik voel dat het beter gaat. Maar eigenlijk lag die tijdrit van vorige week mij veel beter. Laten we maar hopen dat dit een aanwijzing is dat het nu ook in de bergen beter kan.”


    Joop Zoetemelk heeft zich neergelegd bij het machtsvertoon van Hinault, die zijn superioriteit onderstreept door Phil Anderson, nummer 2 in het klassement, 5 kilometer voor de eindstreep te passeren. Tot ergernis van Gerrie Knetemann lukt het hem niet om Hinault van een tijdritzege te weerhouden. Knetemann komt 25 seconden te kort en wordt tweede. En dan heeft hij twee uur eerder nog wel met veel minder tegenwind te kampen gehad dan de Fransman. ,,Het mag niet zo zijn. Vooral op het laatste stuk moet hij ontzettend hard hebben gereden. Dit is al de vijfde keer dat ik in een tijdrit  tweede word achter hem”, constateert Knetemann mismoedig.


  • 9 juli 1981- Samen eten samen naar de kerk

    Glunderend paradeert Lomme Driessens over de Kempensche Steenweg in Hasselt. Opnieuw heeft hij een sprintzege van Freddy Maertens mogen begroeten, de vierde al in deze Tour. Driessens bejubelt de triomfreeks als een persoonlijk succes. De verbazing bij de velen die Maertens hadden afgeschreven, groeit met de dag.   



    Driessens: ,,Ik ben altijd in Freddy blijven geloven. Hij was niet versleten, niet opgebrand door doping, door de cortisonen waarmee hij de grote versnelling rond kon krijgen. Met Freddy is het gewoon zielig verlopen. Ik heb hem opgeraapt , méér wil ik er niet over kwijt.”



    Lomme Driessens (69) is een ouwe rot in het wielermetier. Zeven keer heeft hij als ‘sportdirecteur’ renners naar de eindzege in de Tour geleid, zeven keer ook was hij de coach bij een Belgische wereldtitel op de weg. Hij werkte nog samen met Theo Middelkamp en Fausto Coppi, later met Rik van Steenbergen, Rik van Looy en Eddy Merckx.



    Samen met Maertens’ zaakwarnemer Willy Delabastita, een bekend quizmaster op de Belgische tv, heeft Driessens zich over Maertens ontfermd. Als wielrenner, en als mens, lag hij in de goot, na de wereldtitel van 1976 en de groene trui met opgeteld tien ritzeges in de Tour van 1976 en 1978. 



    Freddy Maertens is dit jaar onder zijn vleugels teruggekeerd. De eerdere Tour-successen inspireerden tot hereniging. Driessens: ,,Er was er maar ene die hem helpen kon, en dat was Driessens, maar ene, hoor je wat ik zeg, maar ene. Hij is bij mij weggegaan, drie jaar terug. We hadden de koppeltijdrit Barracchi gewonnen, hij is bij mij thuis champagne komen drinken. Hij was zo zat als een kanon toen hij wegging. Daarna heb ik niks meer van hem gehoord. Want hij ging onder Fred Debruyne verder. Het was over. 



    Sinds de zomer van 1980 hebben ze weer contact. Driessens: ,,Ik hoorde wat Freddy allemaal aan het doen was. In de winter, drinken, drinken en blijven hangen. Ik heb hem naar een apotheker gestuurd die ik kon vertrouwen. die is ook gymnastiekleraar, Ik heb hem gezegd welke oefeningen hij moest doen tot 1 januari. Toen heb ik Freddy beloofd, ge kunt weer coureur worden. Freddy moest terug, hij was mensenschuw geworden. Ik heb hem geshowd bij de journalisten. Langzaam kwam het vertrouwen in zichzelf terug. Maar hij moest wel naar mij blijven luisteren. Anders zou het weer fout gaan.”



    Hun samenwerking gaat in de Tour zover dat irritatie de ploeg binnensluipt. Alles doen ze samen, Driessens en Maertens. Ze sluiten zich vaak af van de rest van de ploeg, ook bij de avondmaaltijd; op zondagmorgen gaan ze zelfs met z'n tweeën naar de dichtstbijzijnde kerk. Frits Pirard, een van de twee Nederlanders in de verder Belgische ploeg, doet daarover in Hasselt een boekje open:  



    ,,We hebben ons als renners verzet tegen de buitengewone behandeling die Freddy geniet. Dat heeft al geleid tot een verhit gesprek. Natuurlijk rinkelt de kassa, maar er staat tegenover dat Driessens veel te weinig tijd heeft voor de rest. Dat komt de eenheid niet ten goede terwijl je als ploegleider indirect met de centen van de jongens knoeit want je blijft voor contracten in de criteriums als renners toch ook afhankelijk van je ploegleider.”



    De prestaties in de Tour bepalen voor een belangrijk gedeelte de hoogte van het startgeld in de criteriums. Cees Priem kan zich alvast gaan voorbereiden daarop. Peter Post laat hem vanuit Hasselt naar huis gaan. Post: ,,In de beslissende fase van de Tour kan toch niet veel meer doen voor de ploeg.” Priem: ,,Het is toch zinloos om in de bergen weer vele kilometers voor de bezemwagen uit te rijden.”



    Priem zegt dat in Hasselt, 525 kilometer verderop ligt de volgende halte in de Tour. Vanaf het vliegveld van Sint-Truiden vliegen ze naar Mulhouse waar de volgende dag een individuele tijdrit van 38,5 kilometer wacht. Het wordt zo'n dagje waarop Lomme Driessens niets hoeft te verwachten van Freddy Maertens.



  • 17 juli 1981

Share by: